In het algemeen wordt straattaal door jongeren gesproken. Meeste jongeren spreken straattaal om niet bij volwassenen te horen en om op te vallen. Zowel buitenlandse als Nederlande jongeren gebruiken straattaal.

 

     Veel jongeren denken dat iedereen die op straat is opgegroeid(straatleven) straattaal spreekt. Meestal zijn dat jongeren die in een gevaarlijke gebied van de stad zijn opgegroeid, waar veel risicos en criminelen zijn. Maar er zijn twee verschillende groepen jongeren. Eerste groep is dus de jongeren die echt in het straatleven zich bevinden. Maar een andere groep is jongeren die wel een gewone levenstijl hebben, maar ze vinden het stoer om mensen om zich heen te laten denken dat ze in een gevaarlijke wijk zijn opgegroeid.

 

     Vaak wordt de straattaal gebruikt om bij een bepaalde groep jongeren te horen. Jongeren verspreiden zich in verschillende groepen. Ze luisteren zelfde soort muziek, dragen zelfde soort kleren en “chillen” in een bepaalde wijk, gebied of een coffeeshop.

     In begin van de 21ste eeuw heeft René Appel door middel van een onderzoek aangetoond dat jongeren die niet goed het Nederlands beheersen nauwelijks het straattaal gebruiken dan jongeren die het Nederlands goed beheersen. Daarnaast wordt de straattaal door de lagere opgeleide mensen veel vaker gesproken dan door de hoge opgeleide mensen. Dat komt door het feit dat hoge opgeleide mensen die straattaal kunnen spreken, kunnne heel makkelijk overschakelen van straattaal naar een gewone nederlands. Bij lage opgeleide gaat het heel moelijk, of helemaal niet.